DAGBOEK MAART

Op deze pagina kunnen jullie weldra de avonturen van de inleefreizigers van maart terugvinden!

Dagboek: 5-6 maart
Eindelijk zover! Naar deze dag hebben we vol spanning uitgekeken. Voor sommigen van ons was het de allereerste keer in het vliegtuig en dit bracht dan ook heel wat zenuwen met zich mee. We vlogen wel 12 uur lang, maar al bij al viel dit zeer goed mee. Bij de aankomst in Dar es Salaam werden we overwelmd door de hitte. Hier werden we meteen geconfronteerd met het polé polé-principe (op’t gemak),we moesten twee uur wachten vooraleer ons persoonlijk busje arriveerde. In het busje was plaats voor 10 personen, hier moesten we dus inpassen met ons tienen (inclusief koffers en rugzakken) en de afrikanen waren zo slim om al met 4 te komen dus nog eens 4 personen extra. De rit naar de communiteit was zeer zweterig en hobbelig, we hadden ogen tekort om alles wat rond ons gebeurde te zien. Bij aankomst was het Gert (de meest ervaren Tanzania-reiziger) die doodop was na deze reis, zou het de ouderdom zijn? J
Namiddag maakten we een wandeling door het dorpje, wat zeer indrukwekkend was. We voelden ons enorm bekeken en leken wel een attractie, wazungu wazungu J
Wanneer we terug in de communiteit aankwamen kregen we lekkere Afrikaanse frietjes met kip en rauwkost. Dan kwam er slecht nieuws, onze busreis naar Kigoma kon niet doorgaan. Maar het goede nieuws is dat we morgen Dar es Salaam kunnen bezoeken en SHOPPEN, souveniertjes kopen J
Hierna waren we superblij om in ons bedje te kruipen, Lala Salama (slaapwel)

Dagboek: 7 maart

Na een deugddoende nacht kregen we een ontbijt. Daarna vertrokken we met ons privé busje, begeleid door Godefried en de driver, richting de grote stad van Dar es Salaam. We bezochten als eerst een vismarkt in al zijn kleuren en geuren (vooral de geuren dan).
Dan maakten we met de ferry een oversteek naar een mooi strandje. Net voor het opstappen gebeurde het eerste slippertje. In een caféetje genaamd “the second wife” dronken we een verfrissende cola en genoten we van het mooie uitzicht van de Indische oceaan. Dan terug naar de bus en werden we naar de grote stad gebracht, na 2 winkeltjes bleek dat we toch niet waren waar we moesten zijn dus namen we opnieuw het busje. Hierna gingen we naar een plaatselijke markt vol groenten en fruit. We kochten heerlijke ananas, watermeloen en overrijpe bananen. Daarna maakten we kennis met de traffic jam, het lijkt of de voertuigen en personen van alle kanten komen. Hierna was er een grote heuse Europese supermarkt waar we onze inkopen gingen doen, hier voelden we ons meteen thuis en zochten we de koelte op in de frigo’s. We genoten van onze maaltijd en gingen eindelijk naar de langverwachte souvenierwinkeltjes. We dachten hier een tijdje te kunnen rondkijken maar dit bleek niet zo te zijn aangezien de broeders geen tijd hadden en steeds riepen “let’s go” en “twende twende”, wat veel frustraties opwekte bij de vrouwen. Na een hete dag namen we een douche die ons allemaal zeer deugd deed. Steffie en Stien gingen met de broeders mee naar de mis, ze hebben kennis gemaakt met de manier van Godadoratie en werden goed geaccepteerd in de groep. Na het avondeten zaten we nog gezellig samen voor ons dagdagelijks bio-psycho-sociaal moment. Hierna gingen we slapen want de volgende dag moesten we vroeg uit de veren.

Dagboek: 8-9 maart

4.00 uur in de ochtend, tijd om op te staan en te vertrekken naar de bus. Hier zagen we allemaal een beetje tegenop. Het was overweldigend aangezien er zeer vele bussen vertrokken naar verschillende hoeken van het land. De kleurloze lijn bussen zijn hier niets tegen J Om 6 uur begon onze lange rit van 34 uur. In de bus werden we goed voorzien van onwijsharde muziek, slecht-geacteerde-afrikaanse film, lekkere cakejes en verschillende drankjes. We maakten kennis met de busvriendin, Hasana, ze was lief en genoot volop van de goedheid van Steffi. De weg was zeer hobbelig en we vlogen wel meermaals met ons hoofd tegen het plafond. Om 21.30 arriveerden we in Kahama, hier namen we de taxi, waar we als haringen in een ton zaten, naar het luxehotel DK lodge. We gingen uitgebreid eten om half 11 ’s avonds. We bestelden 5 kippen met frietjes en groenten. Na deze heerlijke maaltijd gingen we een korte maar heerlijke nacht tegemoet.
Na de korte nacht van 3uur kropen we terug in de bus waar alle ramen aangewazemd waren doordat alle afrikanen in de bus sliepen, je kan al wel raden wat voor een geurtje hier heerste. Om 6uur vertrok de bus opnieuw. We hadden goede moed, want we zouden volgens de afrikanen om 12uur ’s middags aankomen in Kigoma. Wat had je nu gedacht? Na deze helse busrit kwamen we om 16uur uiteindelijk aan in Kigoma. Hier werden we opgewacht door Katrien en Jean-Michel die ons naar Mandeleo brachten, waar we de komende dagen zullen doorbrengen. Daar we maar beschikken over 1 douche, gingen we ons wassen in het langste en diepste bad van Afrika. Dit was zeer verfrissend en nu kunnen we er weer even tegen. Na een stevig avondmaal en lang werken aan de blog kunnen we nu lekker ons bedje in. Lala Salama en tot morgen!

Dagboek: 10 maart
Jambo wazungu!
Toen we vanochtend wakker werden in Maendeleo werden we gewekt door het geluid van regen. Dit deed helaas niet veel van de temperatuur af, waardoor het nog steeds warm en zwoel was. Mits we twee lange dagen in een bus hadden doorgebracht, was het nodig dat onze kleren eens een grondige wasbeurt ondergingen. Back to basics met z’n allen op een rijtje, ‘de Mama’ en haar kindjes!
Hierna kregen we ons eerste ontbijt. Dit was toch wel afwachten.. Wie weet wat we nu weer gingen krijgen! We kregen Mandas voorgeschoteld, een soort van smoutebol, maar met minder smaak, samen met chai, een heel zoete thee die met niet zo vele onder ons in de smaak viel.
De planning van de dag was om om 9 uur te vertrekken naar 2 ziekenhuizen, om eens te kijken wat er ons de komende dagen te wachten stond op stage. Maar we zijn hier in Afrika en ofcourse het ging weer zeer pole pole, om 10 u 30 vertrokken we uiteindelijk met de dala dala (een klein busje voor 10 mensen) richting Maweni en Ujiji. De eerste rit met de dala dala viel nog mee, mits iedereen redelijk goed kon zitten.
Eens aangekomen in Maweni hebben we een half uurtje op een bankje gewacht (suprise!) om daarna te horen te krijgen dat de hoofdarts die ons zou ontvangen niet aanwezig was in het ziekenhuis. We besliste, samen met ons gids, Mr. Maganga, dat we eerst Ujiji zouden bezoeken. Hier zaten we in een wachtruimte, waar normaal alle moeders samen komen om hun baby’s te wegen. Hier zaten we een dik uur, toen we te horen kregen dat we het ziekenhuis niet mochten bezoeken, omdat de nieuwe directeur niets van ons bezoek wist. Dus twende twende terug de dala dala in en naar Maweni.
Deze keer hadden we meer geluk, na een half uurtje buiten te wachten kwam de hoofdarts aangelopen om ons te ontvangen in zijn kantoor. Dit was een kleine rommelige ruimte waar wel liefst 18 kalenders ophingen van het jaar 2011, maar geen één die op maart hing. We vroegen ons allen af wat iemand in godsnaam doet met zoveel kalenders, maar waren niet verbaasd omdat logica hier vaker ver zoek is.  Nadat we allen onze naam hadden genoteerd in het gastenboek, begonnen we eindelijk aan de rondleiding. Volle goede moed achtervolgde we de gids in de hoop onze ogen uit te kijken. Helaas kregen we praktisch geen enkele afdeling te zien, slechts 2 (!), en wat we te zien kregen was verschrikkelijk confronterend. Het waren slechte omstandigheden waar deze mensen moesten verblijven om te genezen.
Toen de rondleiding voltooid was, hebben we een frisse Cola gedronken, mits het toen al ver in de namiddag was en sommige leden aan een ‘hypoke’ (laag suikergehalte).
Nadat we de gids terug in Maendeleo hadden afgezet en ons even hadden opgefrist, besliste we om de lokale handel te gaan bekijken. We gingen een lekker  fris sapje drinken, dat beter proefde dan dat het er uit zag, en hebben een hapje gegeten. Hierna besloten we om de markt te gaan bezoeken. Dit was een doolhof van allemaal kleine kotjes waar ze werkelijk alles verkochten, met een doorgang van misschien een halve meter breed. Hierna gingen we naar een winkeltje waar Gert ons al lang over aan het gek maken was, dus vol spanning en al besprekend van wat we gingen kopen vertrokken we. Helaas viel dit een beetje tegen, Gert had het een beetje verbloemd. Het winkeltje was misschien 2 op 2 meter en werkelijk volgepropt met van alles en nog wat. Maar veel minder keuze dan wat we allemaal in Dar el Salaam hadden gezien.
Toen we opnieuw aankwamen in Maendeleo gingen we eens een kijkje nemen achter de wasruimte, waar er een groot grasveld was met nog een paar gebouwen. Hier liepen alle kindjes rond, te voetballen en stunten uit te halen. Bij het zien van de wazungu kwamen ze onmiddellijk naar ons toegelopen voor foto’s te laten trekken. Ze waren echte fotomodellen en konden niet van ons wegblijven. Helaas moesten we hen wel verlaten om aan tafel te schuiven en ‘lekkere ugali’ te eten. Deze komt ondertussen een beetje uit de oren bij de meeste, maar we houden ons sterk! ;-) Samen met kool en bonen hebben we dit gegeten en een leuk gesprek gehad met de bewoners.
We hebben vandaag veel gewacht, maar uiteindelijk was het wel een fijne dag. We kruipen nu ons bedje in, want morgen is onze eerste stagedag (spannend!) en hiervoor moeten we toch een beetje fris zijn hè?! ;-)
Lala Salama en tot morgen! (Als er internet is natuurlijk! J )
 
Dagboek: Vrijdag 11 maart,

The New Babu  zit onder de palmbomen, wakend over de kledij van de inleefreizigers die verkoelen in het Tanganika meer, na een vermoeiende, confronterende en aangrijpende eerste stagedag. Enkele kleine zwarte spruiten staan hem graag met raad en daad bij.
Om 9 uur vanmorgen vertrok het gekakel samen met Mister Maganga naar Maweni en Ujiji.  Samen namen ze de daladala.  In Maweni was het weer ‘even’ wachten op de nodige bestempelde ‘application letters’ alvorens Amber, Stefani en Jolien konden vertrekken naar Ujiji.  Terwijl Mister Maganga de nodige formuliteiten in orde bracht, werden de 3 Wazungu verpleegsters door een enthousiaste sister Bernadett onthaald.....  

Hier hun verhaal: 
We mochten ons gaan omkleden in ons uniform en hebben toen tot half twaalf gewacht in een zeteltje. Ondertussen werd er een mevrouw weggestuurd naar onze collega’s in Maweni, omdat de vrouw te klein was en daardoor het hoofdje niet door het bekken kon. Na dit transport werden de 3 vroedvrouwen aan het werk gezet. Bij de hoop dat we echt vroedvrouwenwerk konden doen begonnen we heel enthousiast. Jammer genoeg werd er ons enkel een vod en een bak met water en ontsmettingsmiddel gegeven en konden we beginnen met poetsen. Hier werden we door de vorige groep al door gewaarschuwd en ja hoor, we konden beginnen. Terwijl Amber en Jolien de bedden en tafels moesten schoonmaken kon Stefanie samen met Bernadett de gang opwassen. Nadat alles ‘proper’ was (hier moet jullie zich niet veel bij voorstellen!) namen we de kans om Bernadett met vragen te bekogelen over de HIV-toestanden in Afrika. Na een tiental minuutjes mochten we een luchtje gaan scheppen, want we hadden al ‘zo hard’ gewerkt. We hadden toch nog een paar vroedvrouwentaakjes mogen doen, zoals naar de harttonen van de baby luisteren met een ‘hoorn van Pinard’ en een grote klok, en aan de baarmoeder voelen na een bevalling.Toen kwam Bernadett ons roepen want ja hoor, er ging een mevrouw bevallen! We besloten om eerst de kat uit de boom te kijken en het in de handen van Bernadett te laten. Het kindje is geboren ‘met de helm’, dit betekend met de vliezen over het hoofdje, wat je in België zelden tot nooit kan zien! Het kleine meisje deed het heel goed, en we konden onze ogen niet van haar afhouden! Maar tussen deze mooie gebeurtenissen, gebeurde ook dingen waar we over gechoqueerd waren, zoals de vele steriliteitsfouten, als je al van steriliteit kan spreken, en het weinige contact met de vrouw zelf. Na de bevalling mochten we nog eens een pauze nemen en toen zijn we terug vertrokken met de dala dala richting Kigoma, om daar af te spreken met degene van Maweni, vol spanning want we wouden heel graag weten wat zij te vertellen hadden!
(Stefanie, Amber en Jolien)
Steffi, Stien en Mama(Heidi) konden direct aan de slag op de materniteit. Onmiddellijk zagen we 2 vrouwen op de tafel liggen en het begon direct te kriebelen. We maakten kennis met de Afrikaanse vroedvrouwen en konden ons daarna omkleden. In het begin is het allemaal een beetje vreemd en huppelden dan ook als kuikentjes achter een kip aan. We werden meegenomen naar een bevallingskamertje (bed zonder lakens) en kregen hier dan ook alle 3 de kans om de harttonen te beluisteren met de buis van Pinard ( heel eenvoudig houten buisje) dit was niet al te gemakkelijk omdat we onze luxe apparatuur gewoon zijn. Het werd ons al direct duidelijk dat er weinig aandacht werd gegeven aan de vrouwen en dat de vroedvrouwen een erg empathische houding aannamen wat bij ons toch wel redelijk frustrerend was. Daarna gingen even rondkijken in de “kraamafdeling” waar we toch wel geschrokken waren. 2 vrouwen met hun kind in 1 bedje, een andere vrouw op de grond.Een huilende baby alleen in een groot bed omdat de moeder niet in staat was om ervoor te zorgen wegens narcose enzo kunnen we nog uren verder gaan. Nadat we toch doorkregen dat de mevrouw verder in arbeid was en wij de indruk kregen dat ze ging bevallen mochten we haar toch niet onderzoeken, daar de vroedvrouwen pas om de 4 uren onderzoeken ook al was het eigenlijk wel nodig dat dit gebeurde. Plots werd er met spoed een mevrouw binnengebracht en hier ontdekten we al snel dat er iets mis was. Na het vaginaal onderzoeken en de vele steriliteitsfouten kwamen we direct tot het besluit dat het over meconiaal vruchtwater ging. De baby was hierdoor in slechte omstandigheden waardoor er snel gehandeld diende te worden om dit kleine leventje te redden. Hierbij waren we ook zeer angstig omdat we machteloos stonden en bang waren dat er niks zou gebeuren ofwel veel te traag. Vlak hierna werd er een andere mevrouw in de anti-natale room onwel en vertoonde klinische tekens voor pre-eclampsie ( hele hoge bloeddruk) ook hier hielden we ons hart weer vast maar er kwam redelijk snel een dokter bij te pas. Vervolgens nam de dokter ons mee om een sectio bij te wonen bij het binnengekomen spoedgeval. Het kon misschien allemaal een beetje sneller maar het was uiteindelijk toch een goede handeling. In volle spanning werden we omgetoverd tot assisterende “OK-verpleegkundige” waar we Lindsey en Hanne-Lore tegenkwamen die op deze afdeling stage aan het doen waren. Zij hebben de hele voormiddag zitten te wachten omdat er niks te doen was en sprongen dan ook een gat in de lucht dat er eindelijk actie kwam in het OK. Na veel voorbereidend werk,zonder respect voor de principes van Grypdonck, werd het babytje in een niet zo goede conditie geboren. We hielden ons hart al vast voor een eventueel overlijden maar dit gebeurde gelukkig niet. Na enkele keren reanimeren en aspireren klonk het geschreeuw van de kleine jongen. Hier merkten we ook weer dat het er anders aan toe ging doordat ze de baby ondersteboven hielden en ondertussen heen en weer schudde. We waren dolgelukkig dat alles goed is afgelopen maar waren toch geschrokken van de manier van werken. Hierna maakten we prachtige foto’s van dit kleine prinsje en eindigde onze dag toch nog mooi.
Terug aangekomen op de materniteit merkten we dat onze eerste Afrikaanse patiënt bevallen was van een flinke dochter. We waren blij dat alles goed verlopen was maar hadden natuurlijk deze bevalling ook graag gedaan. We konden het kleine wonder een bezoekje brengen in een geïmproviseerde premature kamertje met een eenvoudige houten couveuse. De mevrouw was nog geen 10 minuten bevallen of ze stond al volledig aangekleed op de gang. Gelukkig kon ze toch nog eventjes bekomen in een iets “comfortabeler” bed. We gingen haar geluk wensen en vroegen naar de naam van haar baby. Tot onze grote verbazing had het kindje nog geen naam en mochten wij voorstellen doen. We suggereerden onze 3 namen maar dit leek net iets te moeilijk. Maar daar dat Heidi al een kindje heeft, kregen we het idee om het babytje naar haar dochtertje te noemen. Het kreeg de mooie naam Eline!! En zo gingen we voldaan met de Dala Dala naar huis. Het was een schokkende maar toch een mooie ervaring dus op naar de volgende mooie verhalen.

Vrijdag 11 maart,

The New Babu  zit onder de palmbomen, wakend over de kledij van de inleefreizigers die verkoelen in het Tanganika meer, na een vermoeiende, confronterende en aangrijpende eerste stagedag. Enkele kleine zwarte spruiten staan me graag met raad en daad bij.
Om 9 uur vanmorgen vertrok het gekakel samen met Mister Maganga naar Maweni en Ujiji.  Samen namen ze de daladala.  In Maweni was het weer ‘even’ wachten op de nodige bestempelde ‘application letters’ alvorens Amber, Stefani en Jolien konden vertrekken naar Ujiji.  Terwijl Mister Maganga de nodige formuliteiten in orde bracht, werden de 3 Wazungu verpleegsters door een enthousiaste sister Bernadett onthaald.
We mochten ons gaan omkleden in ons uniform en hebben toen tot half twaalf gewacht in een zeteltje. Ondertussen werd er een mevrouw weggestuurd naar onze collega’s in Maweni, omdat de vrouw te klein was en daardoor het hoofdje niet door het bekken kon. Na dit transport werden de 3 vroedvrouwen aan het werk gezet. Bij de hoop dat we echt vroedvrouwenwerk konden doen begonnen we heel enthousiast. Jammer genoeg werd er ons enkel een vod en een bak met water en ontsmettingsmiddel gegeven en konden we beginnen met poetsen. Hier werden we door de vorige groep al door gewaarschuwd en ja hoor, we konden beginnen. Terwijl Amber en Jolien de bedden en tafels moesten schoonmaken kon Stefanie samen met Bernadett de gang opwassen. Nadat alles ‘proper’ was (hier moet jullie zich niet veel bij voorstellen!) namen we de kans om Bernadett met vragen te bekogelen over de HIV-toestanden in Afrika. Na een tiental minuutjes mochten we een luchtje gaan scheppen, want we hadden al ‘zo hard’ gewerkt. We hadden toch nog een paar vroedvrouwentaakjes mogen doen, zoals naar de harttonen van de baby luisteren met een ‘hoorn van Pinard’ en een grote klok, en aan de baarmoeder voelen na een bevalling.Toen kwam Bernadett ons roepen want ja hoor, er ging een mevrouw bevallen! We besloten om eerst de kat uit de boom te kijken en het in de handen van Bernadett te laten. Het kindje is geboren ‘met de helm’, dit betekend met de vliezen over het hoofdje, wat je in België zelden tot nooit kan zien! Het kleine meisje deed het heel goed, en we konden onze ogen niet van haar afhouden! Maar tussen deze mooie gebeurtenissen, gebeurde ook dingen waar we over gechoqueerd waren, zoals de vele steriliteitsfouten, als je al van steriliteit kan spreken, en het weinige contact met de vrouw zelf. Na de bevalling mochten we nog eens een pauze nemen en toen zijn we terug vertrokken met de dala dala richting Kigoma, om daar af te spreken met degene van Maweni, vol spanning want we wouden heel graag weten wat zij te vertellen hadden!
(Stefanie, Amber en Jolien)
Steffi, Stien en Mama(Heidi) konden direct aan de slag op de materniteit. Onmiddellijk zagen we 2 vrouwen op de tafel liggen en het begon direct te kriebelen. We maakten kennis met de Afrikaanse vroedvrouwen en konden ons daarna omkleden. In het begin is het allemaal een beetje vreemd en huppelden dan ook als kuikentjes achter een kip aan. We werden meegenomen naar een bevallingskamertje (bed zonder lakens) en kregen hier dan ook alle 3 de kans om de harttonen te beluisteren met de buis van Pinard ( heel eenvoudig houten buisje) dit was niet al te gemakkelijk omdat we onze luxe apparatuur gewoon zijn. Het werd ons al direct duidelijk dat er weinig aandacht werd gegeven aan de vrouwen en dat de vroedvrouwen een erg empathische houding aannamen wat bij ons toch wel redelijk frustrerend was. Daarna gingen even rondkijken in de “kraamafdeling” waar we toch wel geschrokken waren. 2 vrouwen met hun kind in 1 bedje, een andere vrouw op de grond.Een huilende baby alleen in een groot bed omdat de moeder niet in staat was om ervoor te zorgen wegens narcose enzo kunnen we nog uren verder gaan. Nadat we toch doorkregen dat de mevrouw verder in arbeid was en wij de indruk kregen dat ze ging bevallen mochten we haar toch niet onderzoeken, daar de vroedvrouwen pas om de 4 uren onderzoeken ook al was het eigenlijk wel nodig dat dit gebeurde. Plots werd er met spoed een mevrouw binnengebracht en hier ontdekten we al snel dat er iets mis was. Na het vaginaal onderzoeken en de vele steriliteitsfouten kwamen we direct tot het besluit dat het over meconiaal vruchtwater ging. De baby was hierdoor in slechte omstandigheden waardoor er snel gehandeld diende te worden om dit kleine leventje te redden. Hierbij waren we ook zeer angstig omdat we machteloos stonden en bang waren dat er niks zou gebeuren ofwel veel te traag. Vlak hierna werd er een andere mevrouw in de anti-natale room onwel en vertoonde klinische tekens voor pre-eclampsie ( hele hoge bloeddruk) ook hier hielden we ons hart weer vast maar er kwam redelijk snel een dokter bij te pas. Vervolgens nam de dokter ons mee om een sectio bij te wonen bij het binnengekomen spoedgeval. Het kon misschien allemaal een beetje sneller maar het was uiteindelijk toch een goede handeling. In volle spanning werden we omgetoverd tot assisterende “OK-verpleegkundige” waar we Lindsey en Hanne-Lore tegenkwamen die op deze afdeling stage aan het doen waren. Zij hebben de hele voormiddag zitten te wachten omdat er niks te doen was en sprongen dan ook een gat in de lucht dat er eindelijk actie kwam in het OK. Na veel voorbereidend werk,zonder respect voor de principes van Grypdonck, werd het babytje in een niet zo goede conditie geboren. We hielden ons hart al vast voor een eventueel overlijden maar dit gebeurde gelukkig niet. Na enkele keren reanimeren en aspireren klonk het geschreeuw van de kleine jongen. Hier merkten we ook weer dat het er anders aan toe ging doordat ze de baby ondersteboven hielden en ondertussen heen en weer schudde. We waren dolgelukkig dat alles goed is afgelopen maar waren toch geschrokken van de manier van werken. Hierna maakten we prachtige foto’s van dit kleine prinsje en eindigde onze dag toch nog mooi.
Terug aangekomen op de materniteit merkten we dat onze eerste Afrikaanse patiënt bevallen was van een flinke dochter. We waren blij dat alles goed verlopen was maar hadden natuurlijk deze bevalling ook graag gedaan. We konden het kleine wonder een bezoekje brengen in een geïmproviseerde premature kamertje met een eenvoudige houten couveuse. De mevrouw was nog geen 10 minuten bevallen of ze stond al volledig aangekleed op de gang. Gelukkig kon ze toch nog eventjes bekomen in een iets “comfortabeler” bed. We gingen haar geluk wensen en vroegen naar de naam van haar baby. Tot onze grote verbazing had het kindje nog geen naam en mochten wij voorstellen doen. We suggereerden onze 3 namen maar dit leek net iets te moeilijk. Maar daar dat Heidi al een kindje heeft, kregen we het idee om het babytje naar haar


dochtertje te noemen. Het kreeg de mooie naam Eline!! En zo gingen we voldaan met de Dala Dala naar huis. Het was een schokkende maar toch een mooie ervaring dus op naar de volgende mooie verhalen.

Konokono = schelp
Pweza = inktvis



13 maart

Maweni Hospital

Bij aankomst in het ziekenhuis werden we onmiddellijk naar ‘the theater’/het operatiekwartier gestuurd. Tijd voor wat actie! Er werd een vrouw binnen gebracht voor een dringende keizersnede, de patiënt had op materniteit namelijk al erg veel bloed verloren. Binnen het ‘pole pole – principe’ is ‘dringend’ echter zeer relatief. Na ongeveer 1,5 uur begon het team op zijn gemak aan de voorbereiding van de ingreep. Stien mocht de dokter assisteren aan de operatietafel en Michiel mocht de anesthesie op zich nemen. Dit laatste kan je vrij letterlijk opnemen vermits hij zelf de ruggenprik moest zetten. Een techniek waar je in België en andere ontwikkelde landen minstens 10 jaar voor gestudeerd moet hebben… Gelukkig verliep dit erg goed, tijd voor de ingreep dus.  De keizersnede zelf had echter een minder vrolijk einde. Het kindje –een jongetje- was volledig gehandicapt en op het eerste zicht niet echt levensvatbaar. De plaatselijke vroedvrouw en anesthesist begonnen op hun dode gemak aan de eerste opvang van het kind. Voor ons was het echter al snel duidelijk dat hier geen plaats was voor ‘pole pole’. Nadat we voorstelden om de luchtwegen van het kindje te aspireren en zuurstof toe te dienen en hier niet direct op gereageerd werd, namen we zelf de touwtjes in handen.  Ook al had dit kindje niet meer veel kansen, toch konden wij het niet over ons hart krijgen om zomaar niets te doen. Stien hield zich verder bezig met het assisteren van de chirurg terwijl Michiel het kindje probeerde te reanimeren. Al onze interventies waren tevergeefs …. We waren erg gechoqueerd door het hele  operatiegebeuren. NIETS verliep steriel (buiten de ruggenprik J), er was totaal geen oog voor de beleving van de patiënt (die bij vol bewustzijn was), er werd nauwelijks moeite gedaan om het kindje te redden,… Toen sommigen van ons hun tranen niet langer konden inhouden, waren de artsen verbazingwekkend erg  bezorgd.

Nadat we even wat tijd voor onszelf hadden genomen trokken we vol goede moed terug naar de materniteit.

Er lagen alweer verschillende vrouwen in arbeid. Tijd voor onze vroedvrouwen om de handen uit de mouwen te steken. Al snel bleek dat er een tekort was aan steriele handschoenen, een cruciaal element bij een bevalling. We hebben wel 20 keer gevraagd om een nieuwe doos te mogen halen, dit werd gewoonweg genegeerd. Uiteindelijk hebben we nog 4 paar gevonden. Vermits al de plaatselijke vroedvrouwen deze handschoenen foutief gebruik hadden Lindsey en Michiel een snood plannetje gesmeden. We verstopten al de steriele handschoenen zodat Stien en Steffi –de enige die wel steriel kunnen werken- deze konden gebruiken.
Toen Stien en Steffi besloten dat het tijd was voor een patiënt om te bevallen werden ze door de plaatselijke vroedvrouw/ een onkundig onmens op de vingers getikt.  Na heel wat Vlaams gegrommel en getier begonnen onze KHLimmers toch aan de bevalling. Op 5 minuten hadden ze het kindje springlevend op de wereld gezet.
Wanneer de studenten verpleegkundigen bij een volgende patiënt een blaassonde gingen plaatsen zagen ze plots al een vingertje. Deze moeder lag schrikwekkend genoeg al 3 dagen met gebroken vliezen. We waren er allemaal van overtuigd dat deze patiënt al lang op de operatietafel had moeten liggen (niet dat het hier veel beter is maar toch). Toch bleef het plaatselijke team ervan overtuigd dat dit niet zo was. Toen we naar huis vertrokken werd er uiteindelijk toch naar de dokter gebeld … .

Lindsey, Michiel, Steffi en Stien

Ujiji Hospital

Onze allerlaatste stagedag.. Wat keken we er erg naar uit! Amber en Stefanie hadden reeds gisteren een bevalling kunnen uitvoeren en nu was het de beurt aan Jolien. Mits er niet zo veel werk was voor de verpleegkundestudent Hanne-Loren in Maweni, kwam ze bij ons eens een kijkje nemen.
Aangekomen in Ujiji (een uur te laat!) merkte we al vlug dat het een rustige dag zou worden. Er was één mevrouw binnen, ze was zwanger van haar eerste kindje en had reeds 5 cm. Jolien keek er erg naar uit om deze bevalling te kunnen doen en alle studenten waren er zeker van dat deze mevrouw goed vooruit zou gaan. We wouden de mevrouw nog eens nakijken, omdat deze erg veel pijn had en wat bloedverlies (een teken van een goed vorderende ontsluiting), maar de strenge (lees: zeer luie en ongemotiveerde) vroedvrouw wou dat er slechts om de 4 uur een vaginaal onderzoek werd uitgevoerd. Dit voor preventie van infecties, wat begrijpelijk is, zeker in deze omstandigheden.
Hierdoor hadden we dus niets meer te doen. We hebben naar harttonen mogen luisteren en Jolien verrichtte toch nog 3 vaginaal onderzoeken. Voor de rest hebben we onze tijd gevuld met een wandeling in Ujiji. We gingen kijken op de gang waar de reeds bevallen moeders verbleven en de vrouwen die nog niet echt in arbeid waren (volgens hen: minder dan 4 cm ontsluiting). Hierna gingen we eens een kijkje nemen op de pediatrische afdeling waar we het prikken van een infuus hebben geobserveerd.
Deze handeling was verschrikkelijk om aan te zien. De verpleegkundigen besloten om het infuus te plaatsen op de zijkant van het hoofdje. Ze hebben aan beide kanten zeker 2 keer mis geprikt en negeerde hierbij ook nog eens alle regels van steriliteit en juist handelen. Ze besloten dan om ook nog eens op het handje te proberen, maar helaas, ook dit lukte niet. Het kindje was heel overstuur, alsook de studenten omdat dit toch wel gruwelijk was om te aanzien. Later besloten ze om het kindje zijn medicatie, tegen malaria, intra musculair (in de spier) te geven, terwijl dit ook veel eerder kon besloten worden.
Tijdens al het wachten op actie hebben we een paar keer een ‘Heiditje’ gedaan (zie de Wist-je-datjes). We hebben ook nog ballonnetjes gemaakt van onze handschoenen, waar we dan een gezichtje op tekende om aan de zieke kindjes van de pediatrische afdeling te geven.
Op het einde van de dag wouden we toch nog eens zeker weten dat de mevrouw niet of wel zou bevallen voor we naar huis gingen. Jolien onderzocht de mevrouw en merkte dat ze 9 cm ontsluiting had (bijna volledig) en dat het hoofdje al redelijk laag zat. Ze zei dat de vrouw elk moment kon bevallen en dat de vroedvrouw nu alert moest zijn, maar deze stond erop dat mevrouw nog lang niet moest bevallen, dit zou volgens haar nog 2 tot 3 uur duren.
We zijn dan terug naar Maendeleo vertrokken met een teleurstellend gevoel. We voelden ons niet voldaan als vroedvrouw. Het was een dag van dilemma’s (moet je tegen de vroedvrouw ingaan of hun werkwijze respecteren…) en een dag van verveling. We zijn even cliniclown geweest en hebben meer rondgedwaald dan dat we vroedvrouwen en verpleegkundige waren, helaas…

Stefanie, Amber & Jolien

Na de teleurstellende dag op stage werd alles goedgemaakt door de maaltijd die Phidel voor ons gemaakt had. Gelukkig geen ugali, maar wel overheerlijke aardappelen op Afrikaanse wijze en groentjes. Hierdoor viel de verrassing in het water, want Gert en Heidi hadden afgesproken om het biosociaal moment te houden bij Sandra met een lekkere portie frietjes.
Moe maar voldaan kropen we in ons bedje, want de nacht zal kort zijn!

14 maart

Na ons hazenslaapje ontwaakten we met gietende regen op ons hoofd. Het plan was te vertrekken om 09u00. Helaas pindakaas! We konden pas om 10u00 vertrekken met de daladala richting Kazulu.
Tot onze grote verbazing is obesitas in Afrika uitzonderlijk, maar toch reeël met als voorbeeld onze “big driver”. Voor de verandering weer een hobbelig traject naar Kazulu.
Na een rit van 2 uur kwamen we EINDELIJK aan! Het was er een heuse modderpool. Wachtend op Imaan benuttigden we ondertussen een hapje en een drankje. Het traject naar de verpleegsterschool werd hobbeliger en modderiger.
In de verpleegsterschool aangekomen, werden we naar de eetzaal gebracht en konden we vragen stellen aan Imaan en haar medestudenten. Wat ons hier opviel, is dat de studenten altijd intern zijn, met 125 zijn, de meisjes een roze uniform dragen en de jongens een wit uniform. Het was wel moeilijk om te communiceren met de studenten, ondanks dat ze alle lessen in het Engels kregen. Na de vragenronde werden we rondgeleid in de school. Het skillslab was zeer indrukwekkend: het middeleeuws skelet fleurde het sombere klaslokaal op. Daarna kregen we de slaapplaatsen te zien van de studenten: de meisjes slaapzalen waren iets “luxuezer” dan die van de jongens.
Tot onze verbazing kregen we ook een rondleiding in het ziekenhuis waar vele studenten van de verpleegsterschool stage liepen. We maakten kennis met zuster Henriette die verantwoordelijk is voor het plaatselijke ziekenhuis. Achteraf reden we met het busje richting onze slaapplaats, we hielden onze hartjes al vast. We durfden onze verwachtingen niet te hoog spannen, maar wonder boven wonder was Kazulu Lodge een waar paradijs: een goed bed, een ijskoude douche, proper toilet, tv, mooie tuin,…
Met zeer veel honger gingen we richting eetzaal, waar we op voorhand onze bestellingen doorgaven (Pilow met kuku), hier moesten we twee en half uur op wachten. Om 10 uur kropen we in ons bed zodat we goed uitgerust waren voor de volgende vermoeiende dag.

15 maart:
We starten de dag lekker fris uitgeslapen met een heerlijk ontbijt, eerst kregen we verse ananas met banaan, daarna een vers gebakken omeletje met brood, ook was er heerlijke koffie, thee en chocolademelk. Na dit stevig ontbijt konden we da dag aan, later bleek dat dit ook nodig zou zijn. Op weg naar het dispensarium werd de weg slechter en slechter, we moesten tot drie maal toe uit onze daladala stappen om verder te geraken. Hilarische toestanden met een dreigende kanteling van de daladala staan voor altijd in ons geheugen gegrift. Na 2 uur rijden waren we dus nog niet veel verder dus besloten om de terugreis naar Mandeleo aan te vatten. In Kigoma aangekomen kochten we op de markt fruit, brood en toespijs, als lunch voor onze trip morgen.



16 maart:
Wat een zware dag vandaag.  We vertrokken zoals gewoonlijk: te laat. Om 9.30 uur vertrok onze boot naar Gombé. De boottocht was voor iedereen goed meegevallen. 2 uur later kwamen we aan in het apenpark en werden al onmiddellijk verwelkomt door een groep bavianen. Eerst een hapje en een drankje en toen kon onze zware tocht beginnen. We begonnen met goede moed, want de vorige groep had niet zo hoog moeten klimmen. Hier kwam vlug verandering in. De chimpansees zaten op 1050 meter hoogte, dus moesten ook wij deze afstand afleggen in de volle zon. Na letterlijk bloed, zweet en tranen te hebben doorstaan, konden we eindelijk genieten van de chimpansees. Dit was nog niet alles, onze gidsen besloten ook de mooie waterval van Gombé te laten zien. We vertrokken weeral met goede moed, maar na een aantal minuten kregen we te horen van de gidsen dat de waterval op een andere berg gelegen was. Dit alles hield ons niet tegen om deze mooie waterval te bezichtigen en ja ja .. het was zeker de moeite. Na nog een uur te klimmen kwamen we eindelijk aan. We hebben ons allemaal lekker opgefrist en zijn toen terug beginnen dalen. Aangekomen aan de receptie konden we nog genieten van een lekkere cola. Daarna vertrokken we terug aan een 2 uur lange boottocht en dit was voor iedereen zalig. Om 19 uur kwamen we aan in Kigoma. Na een frisse duik in het meer besloten we ons klaar te maken voor het verrassingsdiner voor Lindsey. Totaal onverwacht gingen we eten in het chiqueste hotel van Tanzania. Hier hebben we zalig genoten van onze maaltijd met toch wat schuldgevoelens ten opzichte van de armoede die aan de overkant van de straat heerst. Na deze heerlijke avond kropen we ons bedje in verlangend naar de dag erna. Lala Salama.

17 maart:
Na een deugdoende nacht rust, merkte de meeste onder ons dat de conditie ondermaats is. De meeste onder ons voelde spieren die ze nog nooit gevoeld hebben. Met een beetje tegenzin begonnen we weer aan een wandeling naar het weeshuis, Mochacci. Op het eerste zicht leek het allemaal mee te vallen, maar binnen de vier muren van het weeshuis waren we allen gechoqueerd. Onze ogen kregen de kost en we beseften nog maar eens hoe goed wij het wel niet hebben in onze westerse wereld. Voor Heidi werd het even te veel. Het waren erbarmelijke omstandigheden: de keuken zwart als roet, de eetzaal had 3 tafels maar geen stoelen voor ongeveer 140 kinderen tussen de 6 en de 17 jaar, schrijnende toestanden in de slaapzaal waar de veren uit de matrassen staken. Na de rondleiding vertrokken we met een klein hartje en een hoofd vol gedachten naar Mwanga. Tijdens onze wandeltocht naar Mwanga, zijn we nog door het dorpje kibirizi gewandeld. Het contrast dat we hier zagen was imens. Een supermooi landschat, mooie natuur met prachtige bomen en dan zag je daartussen al de armoede die er heerst. Hier hebben we een daladala genomen richting Mwanga. Aangekomen in Mwanga zijn we Deus tegengekomen. Hij heeft ons meegenomen naar zijn huisje en daar hebben we van een overheerlijke maaltijd kunnen genieten. Omdat we nog inkopen moesten doen zijn we vrij vroeg vertrokken naar Kigoma. Na een uurlang te hebben gewinkeld in Kigoma zijn we terug naar Mandeleo gegaan om aan onze blog te werken. Nu gaan we nog een frisse duik nemen, daarna eten met onze lieve mannen van maendeleo en dan ons voorlaatste nachtje hier in Kigoma. Tot morgen!